DAG 25

Met kleine oogjes staan we op. Wat een nacht! De wind is nog lang blijven doorwaaien en de hitte was echt niet te houden! Ik verfris me even om vervolgens op de berg te gaan zitten en te kijken naar de zonsopgang boven de gaskrater. Het is echt mooi, maar allemaal zijn we nog vreselijk moe! De mannen die ons gisteren al hebben geholpen zijn ondertussen aangekomen met hun motoren. Alles even op zijn plaats leggen, het zand eruit schudden en dan vertrekken. Het valt ons op dat we nu een totaal andere weg nemen. Deze is namelijk helemaal niet zo moeilijk als de andere. Hier en daar moet één van de mannen toch nog helpen en vlieg ik of Glenn vanachter op één van hun motoren. Nog helemaal vol zand van gisteren, komen we terug aan de hoofdweg. We pompen alle drie onze banden terug op, om vervolgens onze weg verder te zetten. Eerst nog even een andere krater vlakbij bezoeken. Het is ook een enorme put met hier en daar een vlammetje in en modder die je nog hoort opborrelen. Vervolgens willen we naar de derde krater gaan zien, maar ik geraak afgeleid door allerlei verroeste spullen op de grond. Heel de omgeving ligt vol met allerlei dingen. Het lijkt alsof er een aardbeving is over gegaan en alles zo is blijven liggen. Emmers, schoentjes, een weegschaal, een motor van een wagen, de cabine van een vrachtwagen. Het lijkt alsof al deze verroeste dingen een verhaal hebben. De krater lijkt niets te zijn, dus gaan we terug naar de auto. De weg gaat verder, maar wordt er absoluut niet beter op. De putten zijn vreselijk groot, waardoor iedereen op de zandweg begint te rijden naast de weg. Je zou denken dat het een stuk is, maar het is meer dan 60km op deze manier. Plots zien we een brug en denken we dat de weg terug in orde is, maar achter de brug is het precies een afgrond naar beneden. Een zandweg neemt het over en brengt ons terug van de ene put in de andere. We begrijpen echt niet dat het contrast met deze stad tegenover Asjchabad zo groot is! We zijn enorm moe van de korte nacht en zijn blij uiteindelijk aan ons hotel aan te komen. Het enige hotel voor de grens, maar onze enige hoop dat ze die ene dag die we te vroeg naar Oezbekistan willen, door de vingers gaan zien. Het is niets speciaal, maar dan kunnen we tenminste het zand van de zandstorm van ons afspoelen. In ons hotel zit ook een Australiër, waar we toffe gesprekken mee kunnen voeren. We nemen hem mee naar het restaurant en beleven nog een gezellige avond! Morgen tijd voor Oezbekistan als het ons lukt en anders verblijven we maar een dagje in niemandsland.

11105 km

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: