Om half 5 gaat mijn wekker af om naar de Minaret te gaan voor een prachtig uitzicht op de stad met zonsondergang, maar ik ben nog zo moe, dat ik er echt niet uit geraak! En er zo vroeg alleen naartoe wandelen vind ik toch maar een risico. Twee uur later gaat opnieuw de wekker af. Nu is het snel douchen en ontbijten, want heel de stad wordt afgezet voor iets van examens op de universiteit. Na veel draaien en keren, komen we er uiteindelijk uit. Het is 30 graden buiten, zalig gewoon. Eindelijk een fris windje dat langs onze ramen naar binnen waait. Van een platgestreken landschap gaan we langzaam over naar een ruw, grauw berglandschap. Het lijkt alsof ze een wazige gordijn voor de bergen hebben geschoven. De enkele riviertjes die we tegenkomen, zijn gevuld met kinderen die verfrissing hebben gezocht met de temperatuur die ondertussen met 10 graden is gestegen. De arme ezeltjes worden nog steeds gebruikt voor al hun goederen te vervoeren. Als een ezel wil je hier echt niet geboren worden! We stoppen langs de straat om brood te kopen dat waarschijnlijk van de hitte al niet meer te eten is. Vervolgens stoppen we nog aan het grote welkomstbord van Samarkand met ook de nodige kraampjes. Allemaal verkopen ze hetzelfde. Noten, vijgen, witte bolletjes kaas/yoghurt, maar niet echt ons ding! Mannen zijn druk bezig met het maken van bakstenen die ze vervolgens overal te drogen leggen. De mensen zijn vriendelijk en wuiven of roepen ons toe, wanneer we passeren. Nog enkele uurtjes tot aan de grens met Oezbekistan en dan is het weer tijd voor een nieuw hoofdstuk genaamd Tadjikistan! Ik kijk in mijn spiegel naar achteren. Ik heb het gevoel dat ik een team van de Mongol Rally achter ons zie rijden. Plots racen ze ons voorbij. We begrijpen niet goed waarom ze niet stoppen en er als gekken zo vandoor gaan, tot we hun hoofdjes met camera achter de berg zien piepen. We zetten ons aan de kant. Het is een koppel uit Duitsland. Toen waren we plots met vier. Na een bericht te hebben gelezen over een team dat hun drone moest vernietigen aan de grens met Oezbekistan, ben ik er toch niet zo gerust in. Ook al zit hij in het luik dat ze meestal niet vinden, vind ik het te gek om risico’s te nemen. We stoppen de auto en zoeken even naar een nieuwe plaats waar ze hem zeker niet kunnen vinden. Vervolgens zetten we onze tocht verder naar de grens langs drukke dorpjes en verlaten plaatsen. De laatste stop voor een lading water om onze koelbox mee te vullen en nog wat gekregen druiven. Wanneer we aankomen aan de grens houden we ons hart vast. De passagiers moeten langs een aparte controle, om vervolgens op een bankje te gaan zitten. Ik mag niets meer in de auto nemen. Ik zie de controle van de auto en het ziet er echt serieus uit. Glenn moet de stoel uit zijn zak halen, het vuurtje op de gasbidon monteren, maar dat is voor hen allemaal ok. Toch doen ze plots moeilijk over iets dat ze hebben gevonden. Het zijn mijn confetti canons voor aan de finish. No way dat ze die gaan bijhouden! Ze denken dat het voor een serieuze explosie zorgt en vragen de andere mannen of zij dit kennen. Wanneer zij ja zeggen is het voor hen goed en krijgen we ze terug. Twee uur een half later, zijn we eindelijk het land uit! Nu de grens met Tadjikistan nog! De elektriciteit id uitgevallen en tientallen mensen zitten al een hele tijd te wachten! Ook tegen ons zegt de man elke keer dat we nog vijf minuutjes moeten wachten. Plots gaan de verlichtingspalen aan. De computer geraakt opgestart en we mogen het kantoor binnen. De douanier is heel vriendelijk en begint rustig aan onze documenten terwijl hij in zijn ooghoek nog even de bokswedstrijd volgt. Vervolgens verwelkomt hij ons in zijn land! Wij zijn alvast binnen. Nu de auto nog! We komen aan op een donkere parking niet wetende waar we naartoe moeten. Uiteindelijk gaat er een licht aan. Glenn gaat naar binnen en de andere teams volgen iets later. Hij moet allerlei dingen betalen en blijkbaar loopt het niet zo proper dan verwacht. Mensen komen naar buiten en laten het woord maffia vallen en zeggen dat je in Tadjikistan moet opletten, omdat je overal aan de kant wordt gezet. Dat beloofd! Het is ondertussen bijna 10uur. We zijn moe en hebben honger! Nog even de auto controleren. De man vraagt aan Rob of hij drugs bij zich heeft. Natuurlijk antwoord hij van niet. De douanier antwoord hierop: “What’s a holiday without drugs?” We kunnen er echt niet van over en schieten allemaal in de lach! Om half 12 kunnen we eindelijk de grens verlaten. Eten zit er niet meer in en een slaapplaats vinden wordt nog niet zo simpel!
12596 km
Geef een reactie